Willem Hendrik Gispen

Willem Hendrik Gispen (1890-1981) startte zijn werkzame leven als leraar Frans aan een kostschool in Engeland, waar zijn interesse voor kunst toeneemt door de invloed van de Arts & Crafts beweging. Terug in Nederland volgde hij een studie Bouwkunde aan de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen. In 1916 kocht hij een kleine smederij in Rotterdam die zich in het begin specialiseerde in siersmeedwerk in de stijl van de Amsterdamse School. Halverwege de jaren twintig werd Gispen in zijn ontwerpen geïnspireerd door De Stijl.

In 1926 bracht Gispen zijn eerste producten op de markt: lampen. Vanuit zijn studietijd had hij veel architecten en ontwerpers in zijn vriendenkring, met wie hij sparde over zijn ontwerpen. Gispen en zijn vrienden wilden graag licht en transparantie brengen in een tijd dat dit niet geheel vanzelfsprekend was. Er ontstond een collectie: GISO genaamd, een samenvoeging van Gispen en zijn eerste vrouw Anna Gisolf. Telkens wanneer Gispen een lamp toevoegde aan de collectie, deed hij dit met in zijn achterhoofd de basiselementen van de eerder ontworpen lampen. Op deze manier kon hij de collectie eenvoudig verbreden, met zo min mogelijk nieuwe onderdelen of productieprocessen. Hiermee was Gispen zijn tijd ver vooruit; toen al was hij bezig met wat we nu 'circulair ontwerpen' noemen.

In 1927 begon hij te experimenteren met buisstaal. Functionalistische buisstalen meubelen werden vanaf 1929 in grote oplagen geproduceerd en met name verkocht aan bedrijven. Zo leverde Gispen meubelen aan onder meer de Van Nellefabriek, het GEB-gebouw in Rotterdam en het Raadhuis van Dudok in Hilversum. Gispen verliet na de Tweede wereldoorlog zijn bedrijf, waarna hij het meubelbedrijf KEMBO opzette. Het bedrijf Gispen werd voortgezet met ontwerpers als Wim Rietveld, Andre Cordemeijer, Jan Jacobs en Peter de Boer. In de jaren ’90 verkregen de Gebroeders van der Stroom uit Culemborg de exclusieve rechten om de succesvolle meubelontwerpen van W.H. Gispen te vervaardigen.